Hoorcollege 16: Sociologie en diversiteit

Uit dit college kregen wij de volgende opdracht:

• Probeer de plek van de groepering binnen de samenleving te beschrijven. Met andere woorden; hebben zij een volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving. Hiervoor kun je begrippen gebruiken zoals interdependentie, cohesie, ongelijkheid, macht sociale positie en kapitaal. (grotendeels uit OLP1 en OLP4).
  Volgens de geïnterviewde ouderen worden zij vaak vergeten door de maatschappij. Het voelt voor hen alsof zij weggestopt worden, omdat zij vaak minder valide zijn. Daarnaast voelen zij veel onmacht. Velen zitten in verzorgingstehuizen, verpleegklinieken of krijgen hulp thuis. Hier hebben zij weinig over te zeggen en het wordt allemaal voor hun geregeld. Het kapitaal van de ouderen verschilt heel erg. De één leeft van een AOW- uitkering en de ander heeft een goed pensioen opgebouwd. Sommige kunnen bijna niet rondkomen en anderen juist wel. De sociale cohesie in de groep is hoog, de ouderen communiceren namelijk veel met elkaar. 
• In hoeverre is of wordt de groepering beschouwd als deviant en welke conflicten liggen aan de basis van deze tegenstelling? In welke mate zijn processen zoals stigmatisering, etikettering, stereotypering, self fulfilling prophecy van toepassing? (grotendeels uit OLP2)
  Uit de gevraagde personen blijkt dat de doelgroep ouderen traag zijn, kunnen genieten van hun pensioen, wijs zijn en ze hebben hebben veel kennis en vaardigheden opgebouwd in hun leven. Echter is dit niet voor iedere oudere van belang, want er zijn ook actieve ouderen die nog gaan sporten. Je merkt wel dat er stereotyperend gedacht wordt over ouderen.  Uit onderzoek van de Vrije universiteit van Brussel blijkt dat 49% van de jongeren (12 t/m 18 jaar) zegt dat de ouderen niet sportief zijn.
• Wat zijn volgens jullie de belangrijkste (positieve of negatieve) maatschappelijke ontwikkelingen die zich de laatste 20 jaar hebben voorgedaan ten aanzien van deze groepering. Bijvoorbeeld op politiek, economisch of sociaal cultureel vlak. (grotendeels uit OLP3).
  - Een van de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen 20 jaar is dat de AOW-leeftijdsgrens is verhoogd met twee jaar. Dit wil zeggen dat de leeftijd van 65 jaar naar 67 jaar is verhoogd.
  - Ouderen worden steeds vaker het slachtoffer van babbeltrucs. Babbeltrucs zijn berovingen door middel van smoesjes/ mooie verhalen.
  - De AOW-partnertoeslag voor AOW'ers met een partner die nog geen recht heeft op AOW wordt vanaf 1 juli 2014 beperkt. AOW'ers die samen met hun partner meer dan 50.000 euro ontvangen krijgen geen partnertoeslag (Zorghulpatlas, 2014).
• Probeer op basis van deze analyse een praktijkvoorbeeld te benoemen waarbij de tegenstelling tussen de ingroup (samenleving) en outgroup (groepering) op een aantoonbare wijze is verminderd. (grotendeels uit OLP4).
  De Riki Stichting en het Nationaal Ouderenfonds hebben een project genaamd 'Jongeren Portretteren Ouderen'. Hierin gaan jongeren een ouderen naschilderen. Het doel hiervan was om op een creatieve en ongedwongen manier contact te leggen tussen jongeren en ouderen. Het mooiste portret won een schoolreisje naar keuze voor de klas en de deelnemende ouderen (Ouderenfonds, 2014).

      Conclusie: Er zijn verschillende vooroordelen over ouderen, onze taak hierbij is om de krachten te benadrukken van de ouderen. Daarnaast hebben wij door het maken van deze opdracht gemerkt dat er ook positieve beelden over ouderen zijn. Deze beelden willen wij graag meenemen naar de manifestatie.