Hoorcollege 5: Psychologie en diversiteit 2

Wij als studentengroep hebben de opdracht gekregen om aan de hand van een aantal aspecten te kijken naar de toebedeelde groepering. Wij hebben hieronder één voor één geprobeerd om eens dieper te kijken naar de groepering. Bij deze opdracht is het de bedoeling dat we kijken in hoeverre verschillende factoren meespelen in onze en andermans beeldvorming over ouderen.

De opdracht vanuit Viola

1) Factoren doelgroep
- Lichamelijke klachten
- Psychische klachten
- Veel vrije tijd
- Eenzaamheid
- Pensioen
- Veel vooroordelen
- Verzorginshuis en bejaardentehuis
- Sterfgevallen familie en vrienden
- Veel levenservaring

2) Gestaltbenadering sociale waarneming

3) Factoren sociale context
- Eenzaamheid
- Sterfgevallen familie en vrienden
- Pesten/mishandeling
- Social media
- "De Zonnebloem" 
- Clubjes en verenigingen
- Bejaardentehuis

4) Factoren waarnemer
- Ouderen zeuren
- Fysiek minder aantrekkelijk
- Ongezond

5) Attributietheorie
- Lichamelijk en psychisch achteruit gaan -> Interne attributie
- Ouderen zeuren -> Interne en externe attributie

Opdrachten vanuit Kayleigh
 
1) Factoren doelgroep
De doelgroep wordt gezien als oud. Deze factor is ook wat hen bindt. Als je een groep ouderen ziet ga je ervan uit dat deze bij elkaar hoort.

2) Gestaltbenadering sociale waarneming
Hoe groter de overeenkomst is tussen degene die waarneemt en de waargenome persoon, hoe groter de positieve waardering is. 
 
3) Factoren Sociale context
De doelgroep wordt vaak benadert met het primary-effect. Dit houdt in dat mensen niet verder kijken dan naar het eerste wat ze zien. En dat is iemand die ouder is. 
 
4) Factoren waarnemer
Als er bij een waarneming een cognitief schema wordt gevormd, dan hebben we het over een stereotypering. Dit is vaak ook het geval met de doelgroep waar wij mee te maken hebben. Oudere mensen worden vaak als niet meer gezien dan oud. Terwijl ze misschien ook veel hobby's hebben. 
 

Conclusie:

Als je vanuit de theorie kijkt van psychologie en diversiteit, kunnen wij stellen dat mensen vaak een vooroordeel hebben over een bepaalde doelgroep. In ons geval is dit de doelgroep ouderen. Een voorbeeld van een vooroordeel is dat wij de ouderen associëren met personen die 'achter de geraniums' zitten. 

Wat zouden we hiervoor kunnen gebruiken voor de manifestatie?
We moeten niet naar mensen kijken met vooroordelen.
We moeten proberen om dit zoveel mogelijk los te laten.
Aan de hand van de bovenstaande opdracht weten wij hoe wij over ouderen denken.Zo kunnen wij deze vooroordelen dan ook aanpassen.